Veel mensen kennen het Lipizzaner paard. De roem van de Spaanse Rijschool uit Wenen heeft ervoor gezorgd dat haar witte hengsten bekend zijn over de hele wereld, ook bij mensen, die normaal gesproken niets met paarden te maken hebben. Dat het verhaal van de Lipizzaner veel verder gaat dan alleen over deze Weense balletdansers, hopen we met de volgende tekst duidelijk te maken.

De Geschiedenis
In het Europa van de 16e eeuw was alles anders geregeld dan nu. De adel maakte de dienst nog uit en heerste over de bevolking. Waarden en normen lagen anders. Oorlogen werden uitgevochten met slagwapens en lichte vuurwapens, op kleine oppervlakten, met wendbare paarden. Konink- en keizerrijken konden zeer groot zijn. De adel kon slechts heersen door indruk te maken. Een middel daartoe was het gebruik van indrukwekkende paarden, zowel onder het zadel, als voor het rijtuig. Geen wonder dat de trotse en bovenal wendbare en gemakkelijk te rijden paarden van Spaanse afkomst bijzonder in de mode waren. Ieder zichzelf respecterend vorstelijk hof hield er in die tijd dan ook een uitgebreide stal op na, met grote hoeveelheden paarden, bij voorkeur met Spaans bloed. Veel hoven hadden ook eigen stoeterijen, die met goed paardenmateriaal in de behoefte van de adel voorzagen. In het grote Habsburgse rijk besloot men in de 16e eeuw ook een eigen fokkerij van Spaanse paarden te beginnen, ook om niet steeds maar heel Europa te hoeven afreizen, op zoek naar goed bloed.

In het jaar 1562 werd de hofstoeterij in Kladrub (Bohemen) hiertoe opgericht. In 1580 werd van de bisschop van Triëst een landgoed te Lipica aangekocht om in de Karst paarden te gaan fokken. In het volgende jaar werden verschillende hengsten en merries in Spanje aangekocht en naar de pas gebouwde stoeterij gebracht. Met deze paarden, tezamen met enkele inlandse paarden van het taaie zogenaamde Karster paard, werd de basis gelegd van wat later een beroemd paardenras zou worden: de Lipizzaner. Uitgangspunt bij het opzetten van deze, uiteindelijk keizerlijk geworden stoeterij was: het fokken van een licht en wendbaar rij- en koetspaard, indrukwekkend en gracieus, met een enorm uithoudingsvermogen, hard beenwerk en een goede gezondheid. De paarden moesten voor al het werk ten behoeve van het keizerlijke hof inzetbaar zijn. Dit varieerde van rij- en Hogeschoolpaard van de hoge adel te Wenen, voor dagelijks gebruik en op het slagveld, tot paarden voor de keizerlijke posterijdiensten.

Om dekhengsten te selecteren voor de stoeterij werden deze beproefd in de beroemde Hofrijschool te Wenen. De merries werden grotendeels voor de wagen uitgeprobeerd. Daarnaast kregen de kwaliteitsvolle Lipizzaners snel de taak van rassenverbeteraar in de militaire en burgerlijke fokkerij. In Midden-Europa werd de Lipizzaner snel een begrip als paard van de hoge en lagere adel, dat ook de gewone burgerij met zijn kwaliteiten ten dienste stond. In de eeuwen na 1580 werden vanuit geheel Europa paarden met Spaans bloed ten behoeve van de stoeterij Lipica aangekocht. Voornamelijk in de 19e eeuw werd ook veel Arabisch bloed in de fokkerij gebracht. Het oude, zogenaamde barokke type is echter nooit verloren gegaan. Naast de oorspronkelijke stoeterij te Lipica werd de Lipizzaner op vele andere plaatsen, verspreid over het grote Habsburgse Rijk, gefokt. Bijvoorbeeld op militaire stoeterijen, zoals in het Hongaarse Mezöhegyes en het Zevenburgse Radautz. Maar ook de lagere adel fokte op privéstoeterijen de Lipizzaner, bijvoorbeeld de familie Von Jankovic in Terezovac.

Heden ten dage zijn in de fokkerij acht hengstlijnen overgebleven, waarvan zeven direct teruggaan op Spaans bloed en één op een Arabische hengst. Deze acht lijnen gaan terug naar de volgende stamvaders: Conversano, Maestoso, Favory, Pluto, Neapolitano, Tulipan, Incitato en Siglavy. Verder zijn en enkele tientallen merriefamilies, deels teruggaand op de originele Spaanse fokkerij van het Habsburgse Hof, deels op veelal Arabische stammen, ook te Lipica gebruikt, of in Hongaarse of Kroatische (privé)stoeterijen. De nu zo beroemde schimmelkleur van de Lipizzaner heeft zich pas in het ras doorgezet na de invoering van Arabisch bloed. Voordien kwamen verhoudingsgewijs veel meer verschillende kleuren voor: o.a. zwart, bruin, donkerbruin, isabel, vaal en zelfs bont. Tegenwoordig komen de kleuren zwart, bruin, donkerbruin en vos nog voor, zij het in kleine hoeveelheden.

Huidige Situatie
Na het uiteenvallen van de Donaumonarchie door de Eerste Wereldoorlog, werd het grote rijk dat ooit het Habsburgse Rijk was, opgedeeld in verschillende kleinere landen. In ieder van deze landen kende men van vroeger een traditie in het fokken van Lipizzaners. Deze traditie werd na de herverdeling van Midden-Europa voortgezet. En zo kan het dat er heden ten dage Lipizzaners gefokt worden op grote stoeterijen in: Oostenrijk, Hongarije, Roemenië, Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Servië en Slowakije. Bovendien ook nog in Italië.

In de voormalige Oostbloklanden werden Lipizzaners vaak als landbouwtuigpaard gebruikt, en als verbeteraar van de inlandse gebruikspaardenfokkerij. Daarnaast wordt de Lipizzaner in de meeste landen van Europa privé gefokt. Bovendien ook in de V.S. en zelfs in Australië en Zuid-Afrika. De meeste landen waar Lipizzaners gefokt worden zijn aangesloten bij de Lipizzan International Federation. (L.I.F.) Deze internationale organisatie probeert iedereen te verenigen die zich met Lipizzaners bezighoudt. Zij probeert op internationaal niveau samenwerking in de fokkerij te bewerkstelligen en bovenal te waken over één van de oudste cultuurpaardenrassen ter wereld, het Lipizzanerras.

Gebruik
De Lipizzaner is in de dagelijkse praktijk een zeer veelzijdig paard. Oorspronkelijk gefokt als breed inzetbaar rij- en koetspaard, kan hij ook in moderne tijden voor vele doeleinden gebruikt worden. Als rijpaard onder het zadel, waarbij zijn aangeboren talenten voor de hogere dressuur hem beroemd hebben gemaakt in de Spaanse Rijschool in Wenen.
Maar ook als rijpaard in de recreatieve sfeer is hij bijzonder geschikt.

Daarnaast liggen zijn kwaliteiten ook zeker in het tuig. Beroemd zijn de Lipizzaners, waarmee de Hongaren vele malen wereldkampioen werden in verschillende disciplines van de aangespannen sport. Op recreatieniveau zult u geen betrouwbaarder paard in de strengen kunnen aantreffen. Bij alles waarbij het Lipizzaner paard ingezet wordt, vallen zijn bijzondere eigenschappen op, waar hij al eeuwen lang beroemd om is: een bijzonder goed uithoudingsvermogen, uitstekende hoeven en beenwerk, een goede gezondheid en bovengemiddelde intelligentie.

De Lipizzaner is laat rijp, met daarbij het voordeel dat hij ook bijzonder oud kan worden. Zijn karakter is spreekwoordelijk goed, wat overigens niet wil zeggen dat de Lipizzaner een gemakkelijk karakter heeft! Lipizzaners zijn veelal sterke persoonlijkheden, die daar ook naar behandeld dienen te worden. Als men goed met hem kan (samen)werken, kan men zich echter geen betere partner op vier voeten wensen!

De Lipizzaner is naar onze huidige maatstaven een klein paard. De ideale stokmaat ligt tussen de 1.55 en de 1.58 meter. In de praktijk betekent dit, dat de paarden ruwweg tussen de 1.50 en de 1.60 meter meten. Zijn verschijning is indrukwekkend en trots, waarbij zijn bewegingen statig en verheven zijn, maar wél ruim en elegant. De schimmelkleur is dominant, maar ook bruine, donkerbruine en zwarte varianten en een enkele vos komen voor. Bepaalde originele stoeterijen fokken met een rijpaardtype, andere juist een carrossier. Ieder type is echter een variatie op het thema. Iedere Lipizzaner staat in verschijning heel dicht bij zijn voorouders.

Tekst dhr. Atjan Hop
© Stichting Dag van het Barokke Paard